De relatie tussen leiderschap en antropologisch onderzoek

Vanuit mijn promotieonderzoek bij de faculteit Sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen werk ik aan een antropologisch onderzoek naar leiderschapsontwikkeling in zelforganiserende (sociale) netwerken van professionals. De onderzoeksmethode die ik toepas is het etnografisch interview (1) en hiermee verzamel ik onderzoeksmateriaal voor het ontwikkelen van casestudy’s (2). Vanuit mijn meer technische, bedrijfskundige en veranderkundige achtergrond is de start in het werken met antropologisch onderzoek voor mij zelf ook een grote verandering. Met (sociaal) antropologisch onderzoek start je namelijk met het observeren en betekenis geven van de handelingen van de groep mensen die je wilt onderzoeken zonder dat je vooraf kaders of uitkomsten hier aan toevoegt. Met de uitkomsten, de etnografische veldnotities (3), maak je twee slagen maken, eerst kwalitatief analyseren wat er nu precies gebeurt en daarna maak je het kwantitatief (4). De verandering zit dus in het niet vooraf al willen bepalen van de uitkomst of de kaders en het oordeelvrij observeren.

De basis van het Antropologisch onderzoek gaat terug naar het werk van toen al moderne wetenschappelijke denkers als Francis Bacon (1561-1626) en René Descartes (1596-1650) waarin induction, het toepassen van directe observatie om ideeën te bevestigen en geobserveerde feiten aan elkaar te linken, een belangrijke activiteit voor onderzoek is.
Daarna hebben belangrijke wetenschappers zoals Isaac Newton (1643-1727) de kunst van deduction, het betekenis geven aan de uitkomsten van de observatie en dit vertalen naar een uniforme methode, hier aan toegevoegd. Vervolgens is er een stroming gekomen van vele sociologische wetenschappers die de fundamenten voor antropologisch onderzoek verder hebben verstevigd. Een complete en wetenschappelijke goede uitleg hiervan is beschreven in het boek ‘Research Methods in Anthropology’ van Russell Bernard.

Wat heeft dat nu met leiderschap te maken?  Veel, heel veel. Want als leider is het je taak om een volstrekt eigen bijdrage te leveren aan de maatschappij, die tegelijkertijd aansluit bij wat jouw omgeving echt nodig heeft. Het is belangrijk om de wereld steeds op een nieuwe manier te zien en objectief en transparant te bepalen waar en hoe je als leider je aandacht inzet. En dat is de sleutel tot wat je creëert, inspireert en tot actie aanzet (5). En daarom is het belangrijk om goed te observeren, betekenis te geven en te zien wat er echt speelt. En vanuit antropologie en etnografisch onderzoek kan je hiermee de goede observatie doen. In volgende blogpostings zal ik de voortgang van mijn onderzoek naar zelforganiserende sociale netwerken publiceren.

Bronnen:
(1) The Ethnographic Interview, James Spradley
(2) Case Study Research, Robert Yin
(3) Writing Ethnographic Fieldnotes, Robert Emerson. Rachel Fretz, Linda Shaw
(4) Systematic Data Collection, Susan Weller, Kimball Romney
(5) Leiden vanuit de toekomst, Otto Scharmer, Katrin Kaufer